Als je iemand ziet sterven die je heel veel liefhebt, dan doet dat vreemde dingen met je. Al denk je te weten wat je te wachten staat en je verwacht dat je dat je je er wel doorheen zal slaan, je krijgt te maken met extreme emoties waar je geen weet van hebt. Daarnaast krijg je ook te maken met mensen die ook veel verdriet hebben en daar kan je mee in conflict komen. Een absurde situatie waarin gestreden wordt over wie recht heeft op het meeste verdriet (of nog erger, materiële zaken).

En dan heb je ook nog te maken een grote groep mensen die niet weet hoe ze met jou om moeten gaan. Gelukkig maar, want dit is echt niet wat je iemand zou toe moeten wensen. Een deel daarvan weet niet wat hij moet zeggen en neemt gewoon geen contact meer op. Gelukkig zijn er ook altijd mensen die toch niet schromen om er wel voor je te zijn, ondanks dat ze je eigenlijk niet kunnen helpen. Het is een weg die je alleen af moet leggen, maar waarbij je echt mensen in je omgeving nodig hebt om deze te kunnen vinden.

Met behulp van Internet en een aantal goede vrienden en mijn lieve familie, zie ik ondertussen een beetje een nieuwe weg voor me uit verschijnen (en tijd, tijd helpt absoluut wel, maar is een opmerking die je zeker in het begin niet wilt horen). Zelfhulpboeken (er zijn er hier wel een paar in huis) worden/werden in dit huis verfoeid. Er zijn dus ook niet van dat soort boeken bijgekomen. Binnenkort echter wel.

Karin Kuiper, de vrouw van Karel Glastra van Loon heeft een boek over haar eigen ervaringen over rouwverwerking geschreven. Ik had hun verhaal gevolgd in 2004 en 2005 en wist toen nog niet wat mij te wachten zou staan. Sterker nog, ik kende Sjoerd niet eens. Vreemd dat ik 3 jaar later in een soortgelijk schuitje zit.

Maandag 9 september ligt het boek eindelijk in de winkel. Diezelfde dag mag ik het op gaan halen bij mijn buurman, de boekhandel, en diezelfde avond zal ik haar verhaal kennen en wederom herkenning vinden. Herkenning die je zo hard nodig hebt, omdat je anders het gevoel krijgt gek te worden.

Liefs,

PS Hieronder een voorpublicatie uit haar boek (dank je wel Karin!).

Je mag mij altijd bellen

Wij weduwen en weduwenaren zijn een lastig volkje, ik kan niet anders zeggen. Maar ja, we zijn er wel – tegen wil en dank

Wij begrijpen natuurlijk ook wel dat onze ervaringen voor velen niet na te voelen zijn, en wij merken zelf ook dat we nogal ‘veranderen’ na de dood van onze geliefde, maar die veranderingen zijn nauwelijks tegen te houden. Want wat je ook doet, je kunt je niet echt voorbereiden op je nieuwe leven, en het is onvoorstelbaar wat de dood van een partner met een mens kan doen.

Nooit in mijn ergste dagmerries niet, had ik kunnen bedenken dat het weduweschap zó afschuwelijk zou zijn. Stiekem had ik altijd de gedachte dat ik – zoals bij een verbroken relatie – na een paar maanden alweer vóórwaarts zou gaan. Ik maakte, een beetje gegeneerd omdat hij immers nog niet dood was, plannen om de praktische problemen na zijn overlijden op te lossen. Oppas, werk, testament, studies en kinderverdriet, daar dacht ik over na. Ik hield me bezig met zijn afscheid, wat hij nodig had om ons te kunnen achterlaten. Maar hoe het met mijn eigen gevoel gesteld was en zou zijn, wat mij te wachten stond, daar hield ik me nog niet me bezig. Tijd genoeg om dat te ondervinden als hij dood was, redeneerde ik.

Dus had ik geen idee dat het verlies als azijnzuur zou doorvreten, dat de pijn elke dag intenser zou worden, dat de wanhoop ongekend was, en dat de weg naar voren in eerste instantie naar achteren voerde. Maar toen ik het eenmaal wist, moest ook iedereen het weten. Want de eenzaamheid van het gevoel dat je de enige bent die dit doormaakt, is onverdraaglijk.

En nu ik weet hoe gruwelijk de dood ingrijpt, kan ik het opeens niet meer verdragen als een gescheiden man of vrouw zegt dat ze wel eens denken dat X beter dood had kunnen zijn, omdat ze dan ook al dat gedoe niet zouden hebben. Gék word ik ervan als mensen niet begrijpen dat het ook nogal wat is als de vader van je kinderen dood is, dat het een gedoe is om weer op poten te komen als de liefde niet dood is maar je geliefde wel.

En zo ben ik dus een lastig mens geworden, net zoals veel andere verweduwden. Want hoewel we in het begin alleen nog maar grote emoties voelen en onbelangrijke dingen er aan de ene kant nauwelijks meer toe doen, kunnen we ons aan de andere kant buitengewoon irriteren aan onschuldige, goedbedoelde opmerkingen en adviezen van onze medemens.

Er zijn een heleboel lege opmerkingen waarmee wij moeiteloos op de kast zijn te krijgen. X zou het zo gewild hebben, bijvoorbeeld. Of Ik zou willen dat ik wat voor je kon doen. En ook Als ik wat voor je doen kan, moet je het zeggen. Want we weten immers niet wat X gewild zou hebben, tenzij hij of zij het duidelijk gezegd heeft. En áls je iets wilt doen, dan kan het…

Hoe gaat het met je? en Ik wil je zo graag helpen, maar je moet het zelf doen, staan ook ergens bovenin de ergernissen top tien. Het mag dan zo zijn dat je het zelf moet doen, maar zonder hulp redt niemand het, en wijs ons er alsjeblieft niet op dat we er alleen voor staan.

Maar de absolute topper op de ergernislijst lijkt lokaal én internationaal Je mag me altijd bellen te zijn. Want dat zinnetje, hoe goedbedoeld en welgemeend ook, laat ons met lege handen achter. Als je om drie uur ’s nachts met dikke ogen van het huilen slapeloos en eenzaam in je veel te grote tweepersoonsbed ligt, ga je niet je beste vriendin wakker bellen – dat doe je alleen als er iemand doodgaat. Omdat je vrienden moeten slapen, en de volgende dag ook weer moeten werken, of voor kinderen zorgen en boodschappen doen… Maar ook om elf uur ’s ochtends en drie uur ’s middags schroom je – want je vriendin zit op haar werk, en je moeder lijdt teveel onder je verdriet en je beste vriend heeft net zijn zorgdag en loopt met een peuter en een kleuter te zeulen terwijl hij de hoorn tussen schouder en kaak probeert te klemmen. En dan om zeven uur ’s avonds, als je eindelijk voldoende moed hebt verzameld, hoor je de man van je vriendin ongeduldig op de achtergrond vragen wie ze aan de lijn heeft en of ze zo nog even komt helpen met de kinderen, en breek je het gesprek snel af. Om half tien neemt de vriendin die zegt altijd thuis te zijn maar die net een nieuwe vriend heeft toch ook niet op en besluit je dat het welletjes is.

Ze zoeken het allemaal maar uit, foeter je mismoedig in het niets. Zij moeten bellen!

uit Je mag mij altijd bellen, 1001 dagen van rouw. Copyright Karin Kuiper

7 Replies to “Herkenning”

  1. mooi geschreven van Karin ‘als de liefde niet dood is, maar je geliefde wel’. Ongelooflijk. Ik denk dat dit boek super goed is om te lezen nicky. heel aangrijpend lijkt me. Ik zou als ik jou was een top-10-ergenissen-lijstje ‘perongelijk’ laten slingeren her en der. :D. Anyway, weer een mooi evenwichtig stukje tekst nicky!

  2. Wederom heel goed verwoord en ozo waar. Helaas. Opvallend is dat bepaalde mensen juist anders reageren in zo’n situatie dan dat ze normaal doen. En als het gaat om al die clichés die mensen gebruiken, vervelend kan dat zijn. Aan de andere kant zit daar vaak een goede bedoeling achter, hoe onbeholpen dan ook.

    1. Je hebt ook weer gelijk Erik. De meeste mensen hebben goede bedoelingen met hun opmerkingen en zeg nu eerlijk, wisten wij hiervoor hoe we moesten reageren? Alleen blijft het vervelende opmerkingen (o.a. ‘het sterk blijven’). Soms helpt een arm meer dan alle woorden.

  3. Een (jonge) partner verliezen of in mijn geval een niet meer zo jonge maar wel erg nodige vader en vooral opa verliezen, is zo’n groot verschil. Dat lijkt niet te matchen. Mijn verdriet lijkt enerzijds zoveel kleiner en anderzijds zo groot. Mijn kleine mannetje is vanavond voor het slapen gaan opeens intens naar de Rotterdampas MET foto van opa aan het kijken en is verdrietig. Ik voelde me de afgelopen week zo raar, die stemming had ik nog nooit meegemaakt en het was M. die mij duidelijk maakte dat ik na al het gekut rondom andere mensen nu dan dus echt in de rouw ben over mijn vader… Ze herkende mijn stemming vanuit zichzelf, vanuit haar vader verliezen. En ik denk echt dat je partner verliezen, en zeker op jonge leeftijd, erger voelt. Maar dit voelt ook behoorlijk KUT en het lijkt erop dat dat helemaal niet mag van MEN. MEN realiseert zich dan ook niet altijd dat mijn vader DE vaderfiguur was van mijn kinderen bij gebrek aan beer. Ach meisje, ik snap best wel een beetje dat jij aan dit traject begon en dacht dat je er wel mee kon dealen. Dat kan je ook wel tot op zekere hoogte maar toch valt het heel vies tegen. NATUURLIJK! Hoe kan het nou niet tegenvallen als je eindelijk iemand tegenkomt waarbij je jezelf kunt zijn en die jou stimuleert om ook vooral jezelf te zijn en je daarbij helpt… dat zijn maar heel weinige mensen die jou echt waarderen om de mooie persoon die jij bent en je ook kunnnen helpen om verder te groeien. En je gewoon lekker op schoot nemen en dat jij je daar goed bij voelt. Ach meisje, misschien komt het nog wel eens maar dat is niet zeker en voorlopig wil jij alleen maar door Sjoerd op schoot genomen worden. En ach, ik zou ook eigenlijk wel errug graag nu weer door mijn vader op schoot genomen worden maar dat is toch een ander ding….

  4. En? wta vond je er van?

    Ik heb het op een “Roosloze” middag gekocht en ben meteen gaan lezen… Een herkenning! huilen en lachen, helaas moest ik stoppen ik ging naar een verjaardag.

    maar het deed mij erg goed!

    1. Ja, bijna in een stuk uitgelezen (totdat ik visite kreeg). Voor mij is het iets anders, maar er staan toch behoorlijk wat hoofdstukken in waar ik mezelf volledig in herken. Liefst zou ik een heleboel mensen in mijn omgeving dit boek cadeau doen. Jij volgens mij ook toch?

      1. Hahaha ja, heb al zitten tellen hoe veel ik er dan moest hebben en dat werd me toch een beetje te gortig. Ondertussen hebben een aantal mensen hem zelf ook al besteld of gekocht…

        Mijn schoonmoeder wilde hem lenen. Maar toen werd ik toch een beetje paniekerig… (Míjn boek, zo ver daar bij haar thuis… Wanneer heb ik um terug dan??!) haha dom!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *