Soms wordt iets wat je zelf allang weet, door een officieel onderzoek bevestigd. Vandaag las ik iets in de krant waar ik twee jaar geleden al zelf mee geconfronteerd werd.
Ik zat toen nog in Rotterdam, tot over mijn oren in het werk (en meer), de drukte van het stadse leven werd me steeds meer en meer te veel en de Rotterdamse na-oorlogse stadsvernieuwing kwam me mijn neus uit. Overal waar ik was, waren veel mensen en wegopbrekingen, werd er geheid en ik kreeg steeds vaker het gevoel dat ik een gastrolletje had in een nieuw op te nemen serie van “De Wonderlijke Avonturen van Herman van Veen” (je weet wel, waar dat liedje ‘Opzij’ in voorkwam). Iedereen had haast, haast, haast, wachten voor een rood stoplicht was er niet meer bij, je liet je gewoon meeslepen in het hoge werktempo van de Rotterdammers (niet voor niets wordt Rotterdam de arbeidersstad genoemd).
Gelukkig ontmoette ik Lief en zijn voorstel om bij hem in te trekken, greep ik met beide handen aan. In Easterwood kwam ik letterlijk en figuurlijk tot rust. Als ik weer terug naar Rotterdam moest (voor werk), ging ik met lood in mijn schoenen. Op Centraal Station kwam ik weer in de hectiek van de grote stad. Mijn looptempo verhoogde, het gehei kwam me weer tegemoet, balancerend langs de bouwputten en opbrekingen probeerde ik mijn werk te bereiken. Na een aantal dagen weer terug in het gemoedelijke Brabant, was ik uitgeput en kon ik weer even genieten van de gemoedelijke omgeving.
Nu, na een jaar, wil ik echt niet meer terug. Af en toe moet ik nog in Rotterdam zijn, ik ben nog steeds trots op mijn voormalige stad, ik loop er graag rond, maar zodra ik kan, wil ik weer zo snel mogelijk weer terug. Als ik over de A59 rij en de wijdse akkers zie, in de verte kleine gehuchtjes Wagenberg en Terheijden voorbij rijd, langs een motorcross-activiteit in Den Hout rij en eindelijk het bordje “Oosterhout” zie staan, dan ben ik echt thuis!
Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Als ik wel eens in Brabant kwam kon je het zelfs in de supermarkt merken. Iedereen maakte een praatje met de kassiere, niemand had haast. Dat hoef je hier niet te proberen.
http://lesmo.web-log.nl/mootje is ook van mij.
Mijn zus woont ook in Brabant en wist wel wat voor soort mensen daar woonden (vreemde, maar dat bedoelde ik niet). Echter, heel veel contact had ik niet met echte Brabanders. Nu jij het over de supermarkt hebt, moet ik meteen denken aan de Vliegende Panters met Houdoe! Inderdaad wel erg waar.
Ja lieve Nicky, dat is het geheim van Brabant, waar gehuchtjes nog de specificatie klein of groot krijgen. We hebben hier plekjes die bestaan uit een paar huizen langs een doorgaande weg, zonder zijstraten dus. Knipper met je ogen en je bent er doorheen. Ook in de grotere plaatsen zie je dat het provinciale, haast Belgische laissez-faire, zich laat gelden. ’t Is allemaal wat slomer. Het jeukwoord gemoedelijk zul je mij niet horen gebruiken, want dat Germanisme past volgens mij dan weer niet. Men kan hier net zo onbeschoft zijn als in De Grote Stad, maar de scherpe kantjes en dat nep-optimisme-doorgaan-doorgaan-snel-snel-snel-aanpakken ontbreken hier. Een bestelling in de kroeg laat wat langer op zich wachten, de rij bij de kassa zal vast minder snel verdwijnen, maar het doet er allemaal niet zo toe, voor wie bereid is (en het vermogen heeft) dat jachtige achter zich te laten. Haast is voornamelijk iets dat mensen zichzelf aanpraten. In veel gevallen zijn de consequenties van je niet haasten marginaal. Goed, er zal een keer iemand veelbetekenend op zijn horloge kijken, maar wat maken die minuten nou werkelijk uit?
Nogmaals, welkom in Brabant, geniet van het gekabbel en fijn dat je er bent!
Kom je even fijne zaterdag wensen,
Liefs Astrid
ja en daarom woon ik zo graag in mijn maasdorpje. de sociale controle is ook een stuk groter hier. heerlijk uitwaaien aan de maas. en ik vind het heerlijk om een dagje in de stad te zijn. ik kan goed een dag ronddwalen in amsterdam en eindhoven al helemaal. en dan ’s avonds even lekker bijkomen hier ergens langs de maas op het terras…….
Dat heb ik ook …
Wanneer ik van mijn kantoor in Brussel naar huis rijd, rijd ik 20 minuten doorheen de drukke staten van de stad en dan, heel ploseling, kom ik dan op het platteland terecht.
En dat is echt een verademing.
Het iets van ‘vanaf hier hoeft het allemaal niet meer’.
Een heel aangenaam gevoel …
Gezien ik ook veel ‘op de baan’ ben, blijf ik ook regelmatig even stilstaan langs de weg, gewoon om het landschap te bekijken.
En ik moet zeggen, wanneer je de tijd neemt om rond te kijken, zijn er nog verdomd veel mooie dingen te zien.
(ook in Rotterdam … en in Amsterdam … en in Eindhoven … )
@Bingelke
Inderdaad, het is leuk om even ‘de grote stad’ in te gaan, maar het is nog veel leuker om thuis te komen.
@Alex
Als je de tijd hebt, zijn overal mooie dingen te vinden. Alleen nemen heel veel mensen hier niet de tijd voor. Gelukkig hebben wij dat ondertussen wel geleerd (en een camera helpt ook altijd om ander inzicht te krijgen).
tijd heb je niet, tijd maak je.
Hebben wij wel geleerd hè Alex. 🙂 (hebben we toch ergens profijt van). Het leven is te mooi en te kort om er geen tijd voor te maken.
een waarheid groot als een koe, maar in de steden zijn er geen koeien en dus ziet men het ook niet.